Elke maand schrijft onze directeur Ewout van der Horst een blog met Deventerse verhalen.
Met veel kabaal en geweld bestormden de soldaten van de hertog van Saksen en de bisschop van Munster in het jaar 1123 de aarden wallen van de Deventer vesting. De Deventenaren sloegen met behulp van troepen van de Duitse keizer de aanvallers heldhaftig terug. Hoewel de vestingwerken van het havenstadje goeddeels verloren gingen, doorstond Deventer het beleg.
Het Deventer strijdtoneel maakte deel uit van een belangrijk hoofdstuk uit de Europese geschiedenis. Misschien dat de investituurstrijd nog een schoolbelletje doet rinkelen? De Duitse keizer streed met de paus van Rome over de verdeling van de macht in Europa. Het conflict spitste zich toe op de benoeming van hoge geestelijken. Onder meer in Deventer hakten de aanhangers van de paus en van de keizer met grof geweld op elkaar in.
Deventer gokte op de juiste partij: De Duitse keizer trok aan het langste eind. Als dank voor bewezen diensten kregen de Deventenaren 900 jaar geleden een belangrijk privilege. Ze hoefden voortaan geen doop- en begrafenisbelasting noch huisgeld aan de kerk te betalen. De vrijstelling van huisgeld betekende dat de burgers min of meer baas over hun eigen grond werden.

Het jaar 1123 is daarmee een belangrijk moment in de ontwikkeling van Deventer tot zelfstandige stad. De afgelopen maanden is mij van diverse kanten gevraagd waarom we dit anno 2023 niet groots vieren. Jazeker, het is zeker goed om bij stil te staan, maar een grootse herdenking van 900 jaar Deventer stadsrecht zou naar mijn idee historisch niet helemaal verantwoord zijn.
Al voor het jaar 1000 kreeg Deventer in militair, bestuurlijk en economisch opzicht stedelijke trekken. Zo zijn de eerste munten al rond 990 in de stad geslagen. Een belangrijke ontwikkeling was de schenking van het bestuur van Deventer en omstreken door de Duitse keizer aan de bisschop van Utrecht in 1046. Die bisschop was naast geestelijk ook politiek machthebber. Het opbloeiende Deventer wist van de opeenvolgende bisschoppen steeds meer zelfstandigheid en rechten te krijgen.
Die oeroude, maar geleidelijke stadsontwikkeling maakt Deventer juist zo interessant. De latere zustersteden Kampen en Zwolle stelden bijvoorbeeld pas in de dertiende eeuw echt iets voor. Zo kreeg Zwolle in 1230 stadsrechten naar voorbeeld van Deventer. Sterker nog: ze ontving die belangrijke erkenning in het bisschoppelijk paleis te Deventer. Dat laat wel zien hoe bepalend de IJsselstad als oudste en voornaamste bestuurscentrum van de regio was.
Niet voor niets is vijf jaar terug al uitgebreid 1250 jaar Deventer gevierd. Hoewel het precieze jaartal van 768 niet geheel onomstreden is, blijft de stichting van de eerste houten kerk door Lebuinus een zeer markant moment in het ontstaan van Deventer. Om nu ineens 900 jaar Deventer te vieren is dus eigenlijk een stap terug. Laten we dus eerst maar eens het Hanzejaar gaan vieren! Wie weet vormt het keizerlijke privilege in 2123 alsnog aanleiding voor een mooi millenniumfeestje.
