Elke maand schrijft onze directeur Ewout van der Horst een blog met Deventerse verhalen.
Het ging er heftig aan toe in Deventer op maandag 20 juni 1672: Onder leiding van de Munsterse bisschop Bernard von Galen alias ‘Bommen Berend’, beschoot een Duits-Franse legermacht de stad met bommen en granaten. Veel gebouwen liepen schade op en tal van ramen sneuvelden. ‘De Assenstraat en Polstraat staan in brand!’, klonk het in de stad. De brandwacht wist diverse branden te blussen. Het bombardement hield aan tot de volgende dag.
De vijandelijke belegering en beschieting vormde de climax van het Rampjaar 1672 in Deventer. Als belangrijke vestingstad in het oosten van het land moest Deventer de inval van de gecombineerde buurlanden minimaal vertragen om de rest van de Republiek de kans te geven zich het vege lijf te redden. Maar de verdediging van de stad was slecht op orde, het staatse leger had zich al teruggetrokken naar Holland en tot overmaat van ramp stond het water in de rivier en grachten gevaarlijk laag.

In eerste instantie liet het stadsbestuur Bommen Berend weten dat men naar vermogen zich tegen alle vijandelijke agressie zou verdedigen. Vervolgens begonnen de beschietingen die tot een verandering van standpunt bij de meerderheid van de bestuurders leidden. Deventer gaf zich alsnog over. Dit besluit is de stad sterk aangerekend, terwijl zustersteden Zwolle en Kampen zich zonder slag of stoot gewonnen gaven, met minder reputatieschade tot gevolg.
In onze tentoonstelling ‘Het verraad van Deventer’ belichten we de gang van zaken rondom de capitulatie van de stad vanuit verschillende perspectieven. De bronnen uit die tijd, veelal pamfletten van betrokken hoofdrolspelers, geven geen eenduidig beeld. Men beschuldigt elkaar over en weer van een laffe of lakse houding. Die verschillende geluiden komen in de tentoonstelling volop aan bod.
De impact van de bombardementen is bijvoorbeeld een belangrijk discussiepunt. Volgens de invloedrijke burgemeester Hendrik Nilant brachten de brandbommen en explosieven de stad en burgers veel schade toe. Zijn 4-jarige nichtje was nota bene bij de beschietingen om het leven gekomen. Maar wat schrijft zijn grote politieke tegenstander Arnold van Boekholt in zijn reactie? “De bommen waren vooral gevaarlijk voor vrouwen en kinderen die niet wisten hoe ze deze moeten ontlopen”.

De tentoonstelling ‘Het verraad van Deventer’ belicht een minder glorieus hoofdstuk uit de stadsgeschiedenis. Tegelijkertijd maakt de tentoonstelling duidelijk dat er altijd meerdere versies van een geschiedenis te vertellen zijn. Het verleden is niet zo eenduidig als vaak wordt aangenomen. Uiteindelijk mag iedere bezoeker zijn eigen mening vormen over het al dan niet verraderlijke optreden van de Deventenaren tijdens het Rampjaar.