Als museummedewerker krijg ik regelmatig de vraag waar ik het leuker vind om te werken: in Museum De Waag of in het Speelgoedmuseum. Mijn antwoord is altijd dat ik het leuk vind om bij beide locaties te werken. Dat maakt de werkweek en mijn werk namelijk heel afwisselend. Daarnaast is het ook geweldig en een voorrecht om in twee historische gebouwen te werken.

We hebben bij De Waag en het Speelgoedmuseum een gezellig team dat door de jaren heen heel hecht is geworden. Onderling zijn we namelijk nog best fanatiek ook. We kunnen bijvoorbeeld op de kassa zien hoeveel bezoekers we op beide locaties op een dag hebben. Dit maakt dat het onderling al snel een wedstrijd wordt waar de meeste bezoekers per dag komen. Het maakt natuurlijk niet uit dat je de volgende dag weer in het andere museum werkt.
Ik zal je vertellen waarom het zo leuk is om te werken in het Speelgoedmuseum: in het Speelgoedmuseum komen bezoekers van alle leeftijden. Van kinderen die nog geen jaar oud zijn tot ouderen die het Speelgoedmuseum komen bezoeken voor dat nostalgische gevoel waar zij zich vaak weer even kind voelen. Het is dan ook een museum voor alle leeftijden, voor alle generaties. Vaak zien we dat volwassenen nog enthousiaster aan het spelen zijn geslagen dan kinderen. Je bent natuurlijk nooit te oud om te spelen! Dit zien wij als medewerkers tamelijk vaak. Je wordt in het Speelgoedmuseum vanzelf weer jong. Dat blijkt maar weer.
Geen enkele dag hetzelfde is. Dat maakt mijn werk zo leuk en uitdagend. Een ding is in ieder geval zeker: regenachtig weer staat gelijk aan het bezoeken van een museum. Want wat zou je anders moeten doen…? Het is fijn om te zien dat de bezoekers het Speelgoedmuseum na een lange periode van sluiting weer in grote getalen weten te vinden. Vooral nu tijdens de herfstvakantie. Deze week hebben we namelijk een nieuw record neergezet met bezoekersaantallen.

Aan het eind van de reis door het museum, komen bezoekers regelmatig bij mij aan de balie vertellen over herinneringen uit hun jeugd. Ze vertellen dan over speelgoed dat zij zelf nog thuis hebben staan. Of over speelgoed waarvan ze nu spijt hebben dat ze het ooit weg hebben gedaan.
Het allerleukste is natuurlijk het krijgen van complimenten over Deventer. “Wat heeft u een mooie stad!”. Ik merk zelf dat bezoekers het erg leuk vinden om tips te krijgen van Deventenaren zelf. Over wat ze echt niet mogen missen of goede tips om lekker uit eten te gaan. Zo was er laatst een dame die vertelde dat ze een teckel had. Ze was er niet van op de hoogte dat Deventer over een teckelwinkel beschikt. Hoe uiteenlopend kan een werkdag zijn he?! Ze was overigens heel blij met deze tip…
Tot ziens in Deventer!
Tina,
Museumwedewerker bij Deventer Verhaal