Elke maand schrijft onze directeur Ewout van der Horst een blog met Deventerse verhalen.
Pats! Pats! Pats! Met ferme zweepslagen ranselt de beul de jonge vrouw af. Pijnkreten klinken over het Grote Kerkhof. Een groep Deventenaren staat er voor het stadhuis naar te kijken. Alsof het verdorie kermisvermaak is. Wat heeft die meid in hemelsnaam voor misdaad begaan? Huh! Was ze getrouwd met een vrouw? En heeft ze daarom die mannenkleren aan? Sjonge, dat is mij ook wat.
De openbare geseling van de vermeende travestiet Mattie Jacobs vind ik één van de meest aansprekende geschiedenissen uit de tentoonstelling Face it in De Waag. De tentoonstelling gaat over de LHBTIQ+ gemeenschap in Deventer en is gemaakt naar aanleiding van het 50-jarig bestaan van COC Deventer. En nu gelukkig weer te zien.

Als historicus wil je soms het naadje van de kous weten. Dus ga je op onderzoek uit. Het verhaal over Mattie komt uit de Roze Wandeling Deventer, een uitgave van het COC. Hierin wordt verwezen naar het boek Riskante relaties over vijf eeuwen homoseksualiteit in Nederland. Daar vind ik een verwijzing naar het rechterlijk archief van Deventer. En zowaar, het stuk is zelfs – gedigitaliseerd en wel – bij Collectie Overijssel terug te vinden.
We schrijven anno domini 1700, dus ongeveer dertien generaties terug. Alles wat afweek van de heteroseksuele norm was in christelijk Nederland taboe. Sterker nog: formeel stond zelfs de doodstraf op homoseksualiteit, ook in het Deventer stadsrecht. Gelukkig hield men zich daar in de praktijk niet altijd aan. Evengoed is zo’n openbare marteling is ook niet niks. En dat vanwege de liefde!
De 20-jarige Mattie Jacobs uit Amsterdam is in 1693 in de Grote Kerk in Deventer verkleed als man onder de naam Nicolaas Heermink getrouwd met Aaltje Theunis. Na zeven jaren huwelijk wordt het geheim ontdekt. Het stadsbestuur veroordeelt Mattie vanwege haar overtreding van de ‘goddelijke, natuurlijke en civiele ordonnantiën’ tot openbare marteling in mannenkleren en verbanning uit de stad als vrouw gekleed. ‘Tot exempel en afschrik van anderen.’
De strafzaak licht een tipje van de sluier op van het leed waar LHBTQI+ in het verleden mee te maken hadden. Mattie heeft nooit echt zichzelf kunnen zijn. We weten niet eens of ze travestiet, lesbisch en/of trans was. In de tentoonstelling hebben we Mattie daarom simpelweg als Mattie aangeduid, zonder pronounce. Het drama geeft perspectief aan al die andere regenboogverhalen in de tentoonstelling. En de strijd voor gelijkberechting van LHBTQI+.