Elke maand schrijft onze directeur Ewout van der Horst een blog met Deventerse verhalen.
Met een ‘goedemorgen’ of hoofdknik begroet ik ’s ochtends mijn mede-plattelanders als ik met de fiets onderweg ben naar Deventer. Eenmaal de stadsgrens voorbij, groet ik per ongeluk nog wel eens iemand op straat. Meestal staart betreffende Deventenaar mij meewarig aan. Het is een onschuldig, maar veelzeggend verschil tussen stedelingen en plattelanders.
Soms gaan de verschillen dieper. Nu het voorjaar eindelijk doorbreekt en de bomen prachtig uitlopen, zouden we bijna vergeten hoeveel er afgelopen winter te doen is geweest over de kap van bomen in Deventer. Bomenkap stuit op toenemende weerstand bij het publiek. Het bordje ‘zinloos geweld’ bij een gekapte plataan op de Stromarkt is onlangs verdwenen. Ik heb er met verbazing naar staan kijken.
Voor alle duidelijkheid: Ik ben een uitgesproken bomenliefhebber. Ooit heb ik bewust de moeite genomen om alle gangbare boomsoorten te leren herkennen. Als beheerders van een landgoed in Olst hebben mijn vrouw en ik de afgelopen jaren vele tientallen bomen aangeplant, onder meer in ons prachtige Engelse parkbos. Het aanplanten, verzorgen en zien groeien geeft echt een kick, want ja, bomen zijn prachtig én duurzaam. Mijn favoriete boom, een rode beuk, heb ik zelfs herplant toen – op een mooier plekje – een prominente paardenkastanje het loodje legde.

Evengoed hebben we de afgelopen jaren honderden bomen laten vellen. Deze winter nog tientallen in ons eikenplantsoen. Zonder snoei geen groei, want anders verdringen boomsoorten elkaar. Ook grote bomen moeten er soms aan geloven. Ziek, oud of simpelweg oogstrijp. Zo ligt er momenteel gezaagde Douglas te drogen in onze veldschuur. Op de vrijgevallen plek staat nu wilde kers en tamme kastanje.
Bomen zijn vertrouwde en geliefde eyecatchers in het straatbeeld. Hoe hoger en dikker de boom, des te groter veelal de liefde. Bomen kunnen zelfs een monumentale ofwel beschermde status krijgen. Dan hebben we het over groen erfgoed. Dat geldt vooral voor solitaire bomen in parken en plantsoenen, want laanbomen zijn nu eenmaal kwetsbaarder. ‘Stadsbomen’ krijgen niet altijd de kans tot volledige wasdom te komen.
Bomen langs straten gelden vooral als sierlijk en in toenemende mate voor het tegengaan van hittestress. Frappant is het te bedenken dat veel laanbomen ooit zijn geplant vanwege hun economisch waarde. In het archief van ons landgoed zitten nog veel eigendomsbewijzen van bermen, waar de toenmalige eigenaren ‘pootrecht’ konden laten gelden. Bij verkoop van een landgoed werden de meeste bomen dan ook veelal eerst geoogst en verkocht.
Uiteraard moet een gemeente of andere eigenaar goed nadenken over eventuele kap van bomen. Maar nog veel belangrijker is dat er een actief beleid is voor herplant en aanplant. Geen boom heeft het eeuwige leven. Jonge aanwas zorgt voor diversiteit en toekomstbestendigheid. Let daar maar eens op tijdens je blokje om in de wijk of als je in het buitengebied fietst en buurman én boom begroet.