In deze zomerserie maakt onze directeur Ewout van der Horst enkele uitstapjes naar het buitenland. Hij bekijkt de cultuursector vanuit het perspectief van onze buurlanden. Inspiratiebron vormt de podcast Het gras bij de buren, die hij met Laurie de Zwart, Maika Eggink en Rob Bults maakte in het kader van de opleiding Leiderschap in Cultuur (LinC).
Stijf, volgzaam en traditioneel. Dat is vaak de indruk die Duitsland bij mij achterlaat. Nee, niet de grote steden als Berlijn, maar – laten we zeggen – vergelijkbare provinciesteden als Deventer. Op een recht-toe-recht-aan camping in zo’n omgeving wil ik niet staan. De tentoonstellingen in de musea hangen er vol lange lappen tekst, in klassieke vormgeving en met weinig interactiviteit. En de fameuze Duitse romantiek lijkt zich vaak te beperken tot enkele fraai gerestaureerde burchten en historische binnensteden. Ik weet niet hoe het u vergaat, maar over het algemeen lijkt de Duitse cultuur een tikkeltje braaf en ouderwets. Laatdunkend gesproken: alsof ze wat op ons achterlopen.

De afgelopen maanden is mijn waardeoordeel over de Duitsers echter stevig op de proef gesteld. Voor mijn opleiding Leiderschap in Cultuur heb ik mij verdiept in het wezen van de Duitse cultuur. Ik las diverse boeken en rapporten en sprak met enkele deskundigen. Eerlijk gezegd heeft mij dat de ogen wel geopend. Als je minder met een Nederlandse bril naar de oosterburen kijkt – meer vanuit hun eigenheid en geschiedenis – ga je die brave buren echt beter begrijpen en ook meer waarderen!
De Duitsers blinken uit in bescheiden trots. Ze kennen hun klassiekers, hun denkers en dichters. Ze koesteren de erfenissen van het verleden. In Duitsland is men wat minder bezig met innovaties en allerlei trends en hypes. Het overgeleverde cultuurrepertoire wordt meer gewaardeerd en beoefend. Dat zie je ook aan alle borden langs de (snel)wegen waarop lokaal cultuuraanbod wordt aangeprezen. Het voordeel is dat je meer een gezamenlijke (vormen)taal hebt, waarin mensen zich herkennen. Het is als een leerzame omhelzing van wat jouw stad en regio aan beschaving heeft voortgebracht.

Daarbij speelt het nationaalsocialistische verleden op de achtergrond nog altijd een rol; de volledige ontsporing van de Duitse cultuurnatie halverwege de vorige eeuw. Dat noodzaakt tot reflectie en bescheidenheid, maar geeft ook aan de cultuurbeoefening juist een democratische legitimatie. Het opvoeden van kritische en zelfbewuste burgers is een belangrijke taak van de cultuursector. Dat beschavings- of Bildungsideaal, klinkt vaak impliciet door. Cultuur is veel meer een elementair onderdeel van de opvoeding, simpelweg omdat het je verrijkt. Niet bevoogdend, maar wel veel vanzelfsprekender dan in Nederland.
Vanwege de grote schaal van Duitsland is de cultuursector veel lokaler georganiseerd en georienteerd dan in Nederland. Een beetje stad heeft zijn eigen museum en theater, met eigen makers die primair voor het lokale publiek werken. Er zijn minder reizende muziek- of theatergezelschappen die het hele land door toeren, want het publiek kan in diverse steden van een rijk cultuuraanbod genieten. Het grote voordeel is dat deze lokale inbedding voor meer draagvlak bij het publiek zorgt.
En ja, vanuit Duitsland wordt ook weleens met een scheef oog naar het Nederlandse cultuurbestel gekeken. Vooral het ondernemerschap van de cultuurmakers hier wordt geroemd. De meer onzekere positie van de Nederlandse cultuursector zorgt ook voor veel innovatieve producties en bijzondere samenwerkingen. Want het gras bij de buren blijft natuurlijk ook andersom altijd groener.
Luister hier of via Spotify naar onze podcastserie ‘Het gras bij de buren. De cultuursector in internationaal perspectief.’