In deze zomerserie maakt onze directeur Ewout van der Horst enkele uitstapjes naar het buitenland. Hij bekijkt de cultuursector vanuit het perspectief van onze buurlanden. Inspiratiebron vormt de podcast Het gras bij de buren, die hij met Laurie de Zwart, Maika Eggink en Rob Bults maakte in het kader van de opleiding Leiderschap in Cultuur (LinC).
Ooit een bezoek aan Mechelen gebracht? Het ligt net over de grens voorbij Antwerpen. Afgelopen juni was ik er voor het eerst. Tot mijn schande. Want wat een leuke stad is dat! Aanleiding vormde een bezoek aan het Speelgoedmuseum Mechelen. Hun conservator was dit voorjaar op bezoek geweest in ons vernieuwde speelgoedmuseum en samen met onze collectiebeheerder Ben Schräder bracht ik een tegenbezoek aan het grootste speelgoedmuseum van de Benelux. We vinden het natuurlijk eervol dat zij bij hun aanstaande vernieuwing zich laten inspireren door de metamorphose van ons museum.
Naast alle inhoudelijke bespiegelingen over de reflectieve waarde van speelgoed en het belang van de spelende mens, spraken we over de ingewikkelde financiering van het Speelgoedmuseum Mechelen. De geldstromen hangen samen met het Vlaamse cultuurbestel, dat zich op diverse politieke niveaus afspeelt. In België heb je allerlei bestuurslagen. Cultuurbeleid speelt zich niet op nationaal niveau af, maar vooral op dat van de gewesten, provincies en gemeenten. Veel lokale instellingen krijgen ook geld van hogere bestuurslagen. De zuiderburen zien daarbij zelf door de bomen het bos niet meer en zijn bezig om de provinciale laag in het cultuurbestel te schrappen.

Wat boeit dit? Nou, in feite zegt dit ook veel over het belang dat men in België hecht aan cultuur. Of het gebrek aan belangstelling dat ik in Nederland vaak ervaar. Bij ons is het cultuurbeleid namelijk alleen op rijksniveau goed belegd. Er is een wet op het specifieke cultuurbeleid, dat onder meer landelijke financiering van de cultuursector via diverse fondsen regelt. Maar het grootste deel van het Nederlandse cultuurstelsel wordt door de gemeenten bekostigd. Zonder enige wettelijke basis. Cultuur is formeel geen taak van de gemeenten. Men doet het er als het ware bij. Vanwege de status, de aantrekkingskracht, het vestigingsklimaat, en ja ook een beetje voor het welzijn van de eigen inwoners.

De kwetsbare positie van de Nederlandse cultuursector heeft alles van doen met deze marginale status. De sector moet zich veel vaker publiek rechtvaardigen dan pak ‘m beet de energiesector of de landbouw, die ook zwaar gesubsidieerd worden. In Duitsland en België heeft de cultuursector een veel steviger basis. Hoewel dit op onderdelen tot meer institutionalisering leidt, geeft het ook meer houvast en continuiteit. In Nederland ligt cultuur in tijden van crisis altijd aan de laatste tiet en dus eerste kandidaat voor bezuinigingen. Terwijl uit talloze onderzoeken steeds opnieuw blijkt dat kunst en cultuur van grote waarde is voor de economie, sociale cohesie en de volksgezondheid. Om van een stuk levensgeluk nog maar te zwijgen!