In deze zomerserie maakt onze directeur Ewout van der Horst enkele uitstapjes naar het buitenland. Hij bekijkt de cultuursector vanuit het perspectief van onze buurlanden. Inspiratiebron vormt de podcast Het gras bij de buren, die hij met Laurie de Zwart, Maika Eggink en Rob Bults maakte in het kader van de opleiding Leiderschap in Cultuur (LinC).
‘De kunst in het leven is om mensen te verbinden. En dat doet cultuur bij uitstek.’ Zomaar een quote uit de straatgesprekken die ik de afgelopen maanden had met inwoners van Kampen en het Vlaamse Turnhout. Vannuit onze opleiding Leiderschap in Cultuur vroegen we lukraak voorbijgangers naar wat kunst en cultuur voor ze betekent. Sommige mensen gaven aan niets met cultuur te hebben, maar vaak kwamen er verrassende reacties. Zoals die van een jongeman in Turnhout: ‘Kunst kan je raken. Er ontstaat iets. Dat voel je echt. Het is een bepaalde vibe, je verhoogt je trilling naar een bepaalde frequentie.’ Is dit voor jou herkenbaar?

Tijdens onze internationale vergelijking van de cultuursector hebben we veel nagedacht over de waarde van kunst en cutuur. De persoonlijke betekenis ervan, evengoed als de maatschappelijke relevantie. Een rapport over ‘De waarde van cultuur’ noemt vijf kernwaarden: 1. Cognitief: het belang van (zelf)reflectie. 2. Mentale en fysieke gezondheid. 3. Ervaringswaarden als verrijking en ontspanning. 3. Economische effecten, hoe lastig meetbaar ook. 5. Sociale effecten, die overigens in het bijzonder bij erfgoed een rol spelen.
De cultuursector ligt vaak onder een vergrootglas, ook in de politiek en media. Daarbij moeten cultuurmakers vaak verantwoorden wat zij maatschappelijk bijdragen en hoe ze omgaan met toegezegde publieke middelen. Opvallend daarbij is dat juist de maatschappelijke waarde van ons werk daarbij positief scoort. De levendigheid van de binnenstad bijvoorbeeld, of het aantrekken van toeristen of de ontwikkeling van talent.

De kwetsbare positie van de Nederlandse cultuursector heeft alles van doen met deze marginale status. De sector moet zich veel vaker publiek rechtvaardigen dan pak ‘m beet de energiesector of de landbouw, die ook zwaar gesubsidieerd worden. In Duitsland en België heeft de cultuursector een veel steviger basis. Hoewel dit op onderdelen tot meer institutionalisering leidt, geeft het ook meer houvast en continuiteit. In Nederland ligt cultuur in tijden van crisis altijd aan de laatste tiet en dus eerste kandidaat voor bezuinigingen. Terwijl uit talloze onderzoeken steeds opnieuw blijkt dat kunst en cultuur van grote waarde is voor de economie, sociale cohesie en de volksgezondheid. Om van een stuk levensgeluk nog maar te zwijgen!