Nederland in 150 landschappen Nederland in 150 landschappen

Grazen wat de pot schaft, in dienst van de natuur

Bron: #DeventerVerhalen | Door: AnneMarie Zweers

Schaapsherder Marianne Gaspersz trekt met haar Deventer Schaapskudde langs diverse groene gebieden, waar dankzij haar schapen de biodiversiteit opbloeit. ‘Het aantal orchideeën is toegenomen. En de Klokjesgentiaan is terug.’

Schaapsherder Marianne Gaspersz van de Deventer Schaapskudde (Foto Viorica Cernica)

De schaapsherder van de Deventer Schaapskudde is Marianne Gaspersz. Samen met haar man Frank Gaspersz had ze eerder een eigen kudde in Frankrijk, in de Ardèche. Na zes jaar Frankrijk kwamen Marianne, haar man en hun twee dochters terug naar Nederland. ‘We zijn eerst heel wat anders gaan doen. En er werd nog een tweeling geboren! Ik ben les gaan geven op een praktijkschool. En daar kwam ik weer in contact met schapen. Het begon zo wel weer te kriebelen. Als docent had ik geen vast contract, dus toen er leerkrachten uit moesten, was ik er daar één van.

Op zoek naar nieuw werk, heb ik toen heb ik gewoon gegoogeld op “vacature schapen”’. En toen plopte er een advertentie op: “Schaapherder in Deventer gezocht.” In navolging van de gemeente Doetinchem wilde Deventer inzetten op meer biodiversiteit door naast machinaal maaien ook begrazing door schapen in te zetten. ‘De datum van de vacature was al verlopen, maar ik kreeg toch de baan. Dat was in 2014. Eerst in loondienst en na een jaar als zelfstandig ondernemer.’

Schapen of machine
Twee keer per jaar is er een evaluatie van de staat van de terreinen waar begraasd en machinaal gemaaid wordt. Dit doet de schaapherder samen met een ecoloog die gespecialiseerd is in schapenbegrazing. Op basis daarvan worden de plannen voor het volgende jaar gemaakt. Het is de bedoeling dat de biodiversiteit vergroot wordt door het werk van de schapen. De ecoloog maakt jaarlijks een globale telling van het aantal planten. Marianne ziet heel duidelijk dat het aantal orchideeën is toegenomen. ‘En de Klokjesgentiaan leek te zijn verdwenen, maar opeens was hij er weer, bijvoorbeeld op het Vlierspad in de wijk Borgele.’ Hetzelfde geldt voor de gevlekte Rietorchis.’

Marianne ‘graast met de natuur mee’
De schaapskudde bestaat uit schapenras Veluws heideschaap en het Franse Solognote-ras. Er is een globale planning voor de begrazing. Marianne komt drie keer per jaar op alle plaatsen, waar de schapen ingezet worden voor begrazing. ‘Ik let op wat er groeit en bloeit. Het ene jaar is het droog, het andere nat. Als het nat is slaan we stukken over. En bijvoorbeeld met een koud voorjaar groeit het gras later, dan begraas je natuurlijk ook later. ‘Tijdens de tweede graasronde in het bloeiseizoen worden veel bloeiende stukken uitgerasterd, zodat de bloemen kunnen bloeien en zaad kunnen zetten. De schapen lopen dan wel het gebied heen, en dat zie je terug in de verspreiding van de zaden en daarna de opkomst van de planten.’

Schaapsherder Marianne Gaspersz van de Deventer Schaapskudde (Foto Viorica Cernica)

Schapen in Worpplantsoen
Het was even wennen voor de dagelijkse bezoekers van het Worpplantsoen. Gingen die schapen het hondenuitlaatveld overnemen? Toen de schapen hier voor het eerst werden ingezet, was Marianne de hele dag aanwezig om bezoekers van het plantsoen uit te leggen wat de bedoeling van de schapen is. Zo wordt in het Worpplantsoen zowel machinaal gemaaid als door schapen begraasd. ‘Hier is goed te zien waar de schapen aan het werk zijn geweest en waar de maaimachine. Op het veld waar gespeeld wordt en mensen samen komen om te chillen is het gras gemaaid, In andere delen van het plantsoen worden schapen ingezet. Daar is de begroeiing veel ruiger. De schapen worden pas in juni ingezet, want tot die tijd bloeit vogelmelk volop.’

Verplaatsing van de kudde
In het Worpplantsoen wordt steeds een plek afgezet waar de schapen gedurende één dag kunnen grazen. De volgende dag worden de stroomnetten weer verplaatst. Als de schapen de helft van het Worpplantsoen hebben begraasd, gaat de kudde naar Voorst. Dat is drieënhalf uur lopen. Na Voorst wordt weer de Worp aangedaan om de andere helft te begrazen. De schaapskudde loopt altijd onder begeleiding van de Marianne, medewerker Peter Toorneman en een bordercollie van de ene plek naar de volgende. Zo lopen ze ook over de spoorbrug. Een enkeling die bang is te laat op werk/school of ander afspraak te komen krijgt het advies een foto van de kudde te nemen: volgens Marianne komt het dan wel goed.

Deventer Schaapskudde (Foto Viorica Cernica)

Eten wat de pot schaft
Schapen vinden het fijn om te kunnen kiezen wat ze eten. Gras bijvoorbeeld, vinden ze lekker. Maar dat kan niet altijd. Het is ook hun werk om te eten waar ze niet voor kiezen, zoals bosopslag. Als er niets anders is om te kiezen, doen ze dat ook. Daar zorgt de schaapherder voor. Als ze honger krijgen eten ze dat wel. Dat duurt maar een dagje en dan gaan ze weer verder. ‘Berenklauw vinden ze lekker, evenals brandnetels en de Japanse duizendknoop.’

Bruintje en Bolneus
Bruintje was een van de schapen waar Marianne mee begonnen is. ‘Dit schaap is gebleven tot haar pensioen. Zo gauw schapen hun tanden gaan verliezen, rond hun achtste jaar, zijn ze niet meer geschikt voor de begrazing. Dan worden ze verkocht aan een handelaar.’ De uitzonderingen waren lievelingen Bruintje (12 jaar) en Bolneus (14 jaar.) Zij zitten nog steeds in de powerpointpresentaties die Marianne geeft.

Schaapsherder Marianne Gaspersz van de Deventer Schaapskudde (Foto Viorica Cernica)

Schapen in de stad
Begin april gaan de schapen voor het eerst de parken in. Dan is de kudde het allergrootst. ‘We moeten daarvoor ook over de Wilhelminabrug, en dat doen we altijd op zondagochtend, want dan is er weinig verkeer.’ Zo ook op een memorabele, mistige zondagmorgen in 2017. Marianne en haar kudde liepen in de mist op de Wilhelminabrug. ‘Ik liep met mijn hond voor de kudde en schoot met mijn mobiel een foto, die iemand kort daarna op Instagram plaatste. De foto werd heel veel gedeeld en die middag werd ik gebeld door het journaal met de vraag of ze die foto mogen gebruiken. Die avond zaten we voor de tv bij het weerbericht. En daar zag ik mijn foto weer!’

Reacties publiek
Sommige mensen vinden “het er niet uitzien” als een stuk park begraasd is. Het ziet er dan op sommige plaatsen nog ruig uit. Of ze vragen of er daarna nog gemaaid wordt. Meestal kan Marianne de mensen rustig uitleggen hoe het werkt en wat de bedoeling is van begrazen door schapen in plaats van de maaimachine erop los te laten. Vaak staan de mensen er dan positief tegenover. Kinderen vinden het altijd heel erg leuk als er schapen in hun woonbuurt aan het begrazen zijn.

Schaapsherder Marianne Gaspersz van de Deventer Schaapskudde (Foto Viorica Cernica)

Door woningbouw minder begrazing?
Er verdwijnen begraasplekken en er komen nieuwe bij. Op het industrieterrein zijn kleine stukjes groen verdwenen, omdat er gebouwd is. Ook het groen naast het politiebureau aan de Holterweg wordt niet meer begraasd, omdat er gebouwd gaat worden. Op dit stuk groen hielden de schapen de Japanse duizendknoop in bedwang. Bij Steenbrugge verdwijnen er ook stukjes groen doordat er meer huizen worden gebouwd. In de nieuwste nieuwbouwwijk De Tuinen Van Zandweerd gaan de bewoners in de toekomst ook de schapen zien voor natuurlijk maaibeheer.

Biodiversiteit neemt toe
Sinds de schaapskudden ingezet wordt bij het groenbeheer neemt de biodiversiteit toe. Alle reden om ermee door te gaan. Wij kunnen ons als inwoners van Deventer verheugen van de aanblik van de schaapskudde in onze wijk, in de stad of waar dan ook in het stedelijk gebied.

Meer weten over de Deventer Schaapskudde? Zie www.deventerschaapskudde.nl

Verhalenproject
#DeventerVerhalen is een initiatief van erfgoedorganisatie Deventer Verhaal in samenwerking met Bibliotheek Deventer en vele andere gemeentelijke partners zoals Raster

Het doel is om Deventenaren met elkaar in gesprek te laten gaan over hun persoonlijke verbinding met stad, dorp of wijk en dat echte Deventer gevoel vast te leggen in verhalen op dit platform. #DeventerVerhalen gaat op zoek naar de identiteit van Deventer door persoonlijke verhalen te presenteren aan een breed publiek.

Alle verhalen zijn verzameld door vrijwilligers. Iedereen uit gemeente Deventer kan zich aanmelden om aan het project deel te nemen.