Elke maand schrijft onze directeur Ewout van der Horst een blog met Deventerse verhalen.
Even buiten Diepenveen ligt het prachtige landgoed Het Overvelde. Het gebied van 90 hectare biedt een afwisselende aanblik. Rondom het statige hoofdgebouw liggen oude boerderijen met fraaie hooibergen in een parkachtig landschap. Het particuliere landgoed vormt de nalatenschap van Eduard van Coeverden (1867-1956) die in een familiegraf in het parkbos begraven ligt. Even voor zijn dood bracht hij Het Overvelde onder in een stichting. Het feit dat ik dit jaar het voorzitterschap van deze stichting op me mag nemen, was aanleiding om mij eens nader in de persoon van de oprichter te verdiepen.
Eduard van Coeverden was een uitzonderlijk man. Hij erfde Het Overvelde van zijn ouders, rijke fabrikanten uit Den Haag. De vrijgezel stond bij zijn pachters bekend als vegetariër en geheelonthouder. Van die fratsen hadden ze op het Sallandse platteland nog nooit gehoord. Hij zou zelfs een tijdlang lid van de communistische partij zijn geweest. Er doen nog steeds allerlei verhalen over deze idealist de ronde. Zo at hij het loof van de voederbieten voor de koeien als versnapering en voor een optimale spijsvertering kauwde hij elke hap 24 keer. Van Coeverden gold als integer figuur, maar ook als eigenwijs en uiterst zuinig. De bomen op zijn landgoed waren heilig. Wee degene die ze beschadigde!
Als iemand in een traditionele omgeving als een wereldvreemde snuiter wordt neergezet, prikkelt dat de nieuwsgierigheid. Was hij echt zo ‘onnozel’ als gezegd of toch vooral onbegrepen? Soms zagen zijn pachters Van Coeverden netjes gekleed in alle vroegte wegfietsen. Waarheen wisten ze niet. Blijkbaar zat hun pachtheer niet stil. Een globale verkenning via digitale bronnen en oude krantenartikelen leert dat Eduard van Coeverden behoorde tot een groep van tegendraadse wereldverbeteraars, die zich lieten voeden door het gedachtegoed van beroemde denkers als Lev Tolstoj en Albert Schweitzer. Zeker geen wereldvreemd figuur dus.
Van Coeverden was actief lid van de Nederlandse Vegetariërsbond. Deze bond is in 1894 opgericht om een vegetarische levenswijze te promoten en was in zekere zin zijn tijd ver vooruit. Het waren vooral medici die het vleesloze dieet uit overwegingen van gezondheid aanbevolen. Eduard nam in 1906 de rol van secretaris van de bond op zich. Twee jaar later nam hij mede het initiatief tot oprichting van de Vereeniging van Vegetarische Gezondheidskolonies. Het doel van deze vereniging was om het lichamelijk en zedelijk welzijn van kinderen te bevorderen door hen in de gelegenheid te stellen voor een bepaalde periode in een gezonde streek te verblijven en vegetarisch te leven. De vereniging organiseerde onder meer vegetarische zomerkampen.
Via zijn vegetarische medestanders kwam Eduard van Coeverden in contact met de wereld van christenanarchisten. Deze idealisten streefden een volstrekt geweldloze samenleving na met respect voor alle levensvormen. Eduard trad toe tot het Genootschap voor Algemeene Levensverheffing Chreestarchia (Heerschappij van het Goede). Dit genootschap stichtte in Soest een eigen leefgemeenschap. De Diepenveense wereldverbeteraar nam zitting in het bestuur van de eigen school in deze gemeenschap , waar de ontwikkeling van kinderen op een vrije religieus-humanitaire grondslag centraal stond.
Ook dichterbij huis zette Van Coeverden zich in voor de samenleving. Hij was bestuurslid van de vereniging Het Groene Kruis, dat zich inspande om de gezondheid van de bevolking te verbeteren. Zo leende de vereniging gezondheidsartikelen uit, zoals een verplaatsbare lighal voor tuberculosepatiënten. Dit was het begin van de wijkverpleging in Diepenveen. Aan het einde van de Eerste Wereldoorlog maakte van Coeverden zich sterk voor de opvang van Belgische vluchtelingen, onder meer in klooster Sion.
In 1923 emigreerde Van Coeverden naar Zuid-Afrika om een eigen landbouwkolonie te stichten. Mogelijk hadden de gruwelijke oorlogsjaren hem als pacifist te zeer geschokt en besloot hij zijn heil buiten Europa te zoeken. Toen zijn onderneming door misoogsten en insectenvraat spaak liep, keerde hij naar Het Overvelde terug.
In Diepenveen beleefde hij een vreedzame oude dag. Na zijn dood plaatsten de pachters en huurders van het landgoed een advertentie in het Deventer Dagblad met de woorden: ‘Tot ons diep leedwezen overleden heden onze beste, zeer hooggeachte landheer, de weledele heer E.C.C. van Coeverden in de ouderdom van ruim 88 jaar. Zijn nagedachtenis zal bij ons lang in ere blijven.’