Elke maand schrijft onze directeur Ewout van der Horst een blog met Deventerse verhalen.
Op een spaarzame, zonovergoten lentedag maakte ik met mijn vrouw een prachtige wandeling in de omgeving van Huis Verwolde in Laren. Het was rokjesdag, merkte mijn eega terecht op, de eerste warme voorjaarsdag waarop vrouwelijk Nederland massaal de benen ontbloot. Gelukkig viel onze vrije zaterdag precies samen met het moment waarop de natuur massaal uitloopt. We hadden geen beter moment kunnen kiezen om er met gevulde rugzak en retro picknickkleedje op uit te trekken.
Herken je dat? Enkele keren per jaar toont de natuur zich in al haar glorie en ervaar je haar magische schoonheid tot diep in je binnenste. Zeker in het voorjaar geniet ik eigenlijk alle dagen wel van de fluitende vogels, het prille groen of elke zonnestraal die doorbreekt. Maar op deze bewuste voorjaarsdag in Laren viel dat alles perfect samen. Je voelt de sublimatie van natuurlijke schoonheid.
We liepen door een oeroud landschap met opbollende akkers, onverharde kronkelpaden en kaarsrechte bomenlanen. De zon straalde overtuigend aan de helblauwe hemel en bescheen het jonge blad aan de bomen en struiken. In alle stadia van het uitlopen toonden de blaadjes de meest bonte schakering groen die ik ooit bewust had waargenomen. Daartussendoor zorgden het koperachtige blad van rode beuken en de spierwitte bloesems van allerhande bloeiers voor fraaie contrasten.
Het was zo overweldigend mooi dat ik de schoonheid ervan graag wilde vastleggen. Mijn iPhone wist zich er geen raad mee. De camera kon de driedimensionale kleurenpracht in al zijn subtiliteiten niet vangen. Op dat moment wenste ik dat ik de vaardigheid van een kunstenaar had om met penseel of potlood een poging te doen om deze pure schoonheid te vatten. Niet als letterlijke weergave van de werkelijkheid – die blijft gekoppeld aan dat moment met mijn vrouw in Laren – maar om uiting te geven aan de extase van dat moment. Het nieuwe leven vertaald in groene euforie, een oase van rust en geluk, in een wereld vol oorlog en onrust.
Deze zomer toont Deventer Verhaal in de Bergkerk 150 schilderijen en tekeningen van kunstenaars die in de afgelopen anderhalve eeuw het Nederlandse landschap hebben vastgelegd. Het gaat niet alleen om kunstwerken die schoonheid uitdrukken, maar evengoed gevoelens van verbazing, vervreemding of verdriet. Het begint met de kunstenaars die er in de negentiende eeuw voor het eerst op uittrokken om natuurgetrouw aan het werk te gaan en eindigt met de hedendaagse schilders die de laatste plukjes natuur in het overvolle Nederland registreren.
Het bezig zijn met deze tentoonstelling heeft mijn waardering voor deze kunstvorm verder vergroot. Het maken van landschappen staat te boek als een ietwat brave tak van sport, maar er komt veel meer bij kijken dan de argeloze kijker vermoedt. Je zou het zelfs als topsport kunnen omschrijven om in ons klimaat te midden van water en wind een landschap te maken. Ik verheug mij erop om het resultaat van hun inspanningen te tonen: 150 keer de kans om een magisch moment in ons afwisselend landschap te beleven!