Elke maand schrijft onze directeur Ewout van der Horst een blog met Deventerse verhalen.
Geschiedenis kan aanleiding geven tot stevige maatschappelijke discussie. Denk aan alle publicaties naar aanleiding van de openbaarmaking van het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging, of over de lessen die je kunt trekken uit historische migratiestromen voor het actuele migratiebeleid. De omgang met ons verleden is allesbehalve onschuldig, want het reflecteert de keuzes die een samenleving maakt over wat men van waarde vindt of juist niet.
Voor het opstellen van een nieuwe meerjarenvisie voor Deventer Verhaal herlas ik het traktaat van de filosoof Friedrich Nietzsche ‘Over nut en nadeel van geschiedenis voor het leven’. Deze publicatie uit 1874 blijft verrassend actueel. Nietzsche onderscheidt hierin drie manieren van omgang met het verleden: de monumentale, antiquarische en kritische benadering. Elke invalshoek is van meerwaarde, maar kent ook valkuilen.
De monumentale benadering heeft oog voor de grote daden uit het verleden. Met bewondering kijkt men naar specifieke erfenissen van onze voorouders. Dit erfgoed verdient het om gekoesterd en zelfs nagevolgd te worden. Het geeft de burger moed en inspiratie om op voort te bouwen. Risico van dit perspectief is dat het verleden te mooi of zelfs vertekend wordt voorgesteld. Veel historie is helemaal niet zo voorbeeldig. Een goed voorbeeld hiervan is het veranderend perspectief op het koloniale verleden: van heldenverering in de vorm van standbeelden tot nieuwe musea over het slavernijverleden.
De antiquarische omgang met geschiedenis is gericht op het behoud van waardevolle zaken. Uit respect voor het erfgoed ontstaat vertrouwdheid of zelfs identificatie met het eigen verleden. Het weerhoudt mensen ervan om zomaar naar elders te vertrekken of helpt ze juist om zich thuis te voelen in hun nieuwe woonplaats. Gedeeld historische besef leidt bovendien tot gemeenschapszin. Het nadeel hiervan kan zijn dat mensen minder openstaan voor vernieuwingen. ‘De antiquarische geschiedenis ontaardt op het moment dat het frisse hedendaagse leven haar niet meer bezielt en inspireert’, schrijft Nietzsche. ‘Zij kan het leven niet verwekken, maar enkel conserveren.’
De kritische blik op het verleden is nodig om het evenwicht in de omgang met het erfgoed te bewaren. De mensheid moet grote delen van het verleden achter zich durven laten, of zelfs aan stukken slaan volgens Nietzsche. Verering van het verleden of krampachtige behoudzucht moeten actief bestreden worden. Uiteindelijk staat het verleden altijd in dienst van het heden. Historische realiteiten mogen hedendaagse creativiteit niet verstikken. Ook voor Deventer geldt dat trots en zuinigheid op het lokale erfgoed vooruitgang niet in de weg mag staan. Behoud door verandering, is een bekend maar lastig credo.
Een evenwichtige benadering van het erfgoed helpt om de diepere en universele betekenis ervan duidelijk te maken. ‘Het is de historie te doen om afstand, om contrast, om perspectieven’, schreef een andere geschiedenisfilosoof, de historicus Johan Huizinga. ‘Wij zoeken in het verleden niet alleen het gelijksoortige, dat aan onze eigen verwachtingen beantwoordt, maar evengoed de tegenstelling, het geheel vreemde. Juist uit de spanning van het begrip tussen ver gelegen polen wordt het historisch verstaan geboren.’ Meer dan nieuwe perspectieven op het verleden, heden of zelfs de toekomst te bieden, draait het bij erfgoed om het ontstijgen van tijd en plaats om daarmee de waarde én de relativiteit van het leven te leren kennen. Dat helpt je als persoon om jouw plek op deze wereld te ontdekken.